Vrijdag voor het laatst echt gewerkt in het centrum en vandaag (zaterdag 17 november; dag 12) een uur later ontbeten dan de andere dagen.
Om een uur of negen door Nanda opgehaald voor twee bezoeken aan projecten elders in Ouagadougou die zij kent en/of eerder bij betrokken is geweest. Het zou weer een indrukwekkende en leerzame dag worden.
In een land waar de overheid niet de wil of het geld heeft om mensen te helpen die om een bepaalde reden tussen de wal en het schip vallen, is ons wel duidelijk geworden wat hulp en steun — in welke vorm dan ook — van anderen die het geluk hebben gehad in een land als Nederland te zijn geboren, voor deze mensen kan betekenen. Mensen zoals wij dus. Als je ziet wat het voor hen betekent, dan houdt het cliche “het is toch maar een druppel op de gloeiende plaat” totaal geen stand.
Burkina Faso betekent “Land van de rechtvaardige mensen”, wat ons betreft kan daar wel aan toegevoegd worden “Land van de vriendelijke mensen”.
In deze stad is vrijwel geen enkele vorm van openbaar vervoer, dus honderdduizend mensen verplaatsen zich per auto of meestal per bromfiets. Heren in het pak, prachtige dames met 1, 2 soms 3 kinderen op de bromfiets rijden ogenschijnlijk kriskras door elkaar. Verkeersborden en richtingborden ontbreken bijna helemaal. In ons “hoog ontwikkelde Europa” zou dat het recept zijn voor schelden, toeteren en vele opgestoken middelvingers, maar hier blijft iedereen zijn ding doen zonder agressie te tonen en een deukje meer of minder maakt hen ook niet uit.
Onderweg zagen we een hele lange rij mensen staan. Dat waren de bezoekers die voor de gevangenis stonden. Vandaag was het immers bezoekuur voor de gevangenen.
Afgelopen augustus was er een groep jeugd van de PKN Trynwâlden kerk die in een dorpje net buiten de hoofdstad een werkvakantie met Nanda hadden. Bij de ingang stond op het bord: “Ecole primaire privee Evangelique” met daaronder de tekst (vertaald) uit Johannes 15:12: ‘Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.’
Zij bouwden daar een klaslokaal en organiseerden een Bijbelkamp met onder andere spelletjes voor de kinderen. Wij zagen hun resultaat: een lokaal waar 63 kinderen van groep 8 les kregen. In een publieke school zijn het er zelfs boven de honderd kinderen. Met enthousiasme werden wij daar ontvangen. Echter gingen wij vrij snel in 3 groepjes uiteen om met een leerling en ouder naar hun huis te gaan.
Zo ook met een jongetje van 9 jaar en zijn moeder (33 jaar). Zijn zus van 12 jaar was al thuis. De oudste zoon was naar de middelbare school en de vader (bouwvakker) was naar zijn werk. Zij woonden in een soort ommuurd hofje waarop 7 deuren uitkwamen. Een klein vertrek waar op een paar vierkant meter alles moest gebeuren: slapen, eten, enz.
Of een meisje van een jaar of 7 die samen met haar oma van nog geen 50 woont, haar moeder overleden, ook haar opa en haar vader spoorloos. Over enkele maanden moeten zij hun huisje uit, omdat zij de huur niet meer op kunnen brengen. Die kinderen zij vertederend en de situatie is uitzichtloos.
De schoolkinderen beginnen al om 7.30u. Zij hebben een lange middagpauze om thuis te gaan eten en om 17.00u uur eindigt de schooldag. Op zaterdag krijgen de armste kinderen ook les door Compassion, een wereldwijde organisatie die via lokale kerken deze mogelijkheid biedt door sponsors uit bijvoorbeeld Nederland.
Bijzonder om een kijkje bij deze mensen thuis te mogen nemen.
Door naar ons volgende bezoek. Begeleid door iemand op de fiets, kwamen we aan bij een opvanghuis voor kinderen en adolescenten met ernstige ziektes, zoals noma-ziekte; een vorm van thunderbolting ganggreen, resulterend in ernstige verminkingen, maar ook kanker. Deze kinderen leven net als de heksen als verstotenen uit hun familie en omgeving, alleen omdat zij een ander uiterlijk hebben dan dat wij normaal vinden.
In 1995 is dit project opgericht en met hulp van vrijwilligers kunnen er rond de 30 kinderen verblijven. Er zijn 5 slaapvertrekken voor elk 6 jongeren. Slapen doen zij op stapelbedden. Verder gaan zij naar de school of, als zij wat ouder zijn, naar hun werk.
De meegebrachte spelletjes kwamen tevoorschijn. Voor de lunch werden vijf activiteiten klaar gezet: sjoelen, de kliederhoek (waar ze een tekening met verf konden maken), het aanleren van het lied ‘hoofd, schouders, knie en teen’, volleyballen met een opblaasbal en 10 blikjes van een muurtje werpen. Er werd fanatiek meegedaan, want bij sommige spelletjes was er ook nog iets te winnen. Een echte medaille voor de winnaar.
Na de warme lunch kwam het freubelwerk van Gijke op tafel. Van papier werden mooie mobielen geknipt en geplakt. Ook was er één van de meisjes die ons leerde een molentje te maken. Ondertussen ging het sjoelen bij Rien en Jaap nog gestaag door.
Tegen vieren sloten wij dit bijzonder inkijkje af met het zingen van ons lied. Spontaan ging de jeugd bij elkaar staan en zongen zij voor ons hun volkslied.
Met de nodige indrukken reden we weer naar ons onderkomen. Wat een bijzondere, mooie en plezierige bijeenkomsten deze dag elders.
Jaap en Ied
Het opvanghuis dat we deze dag bezocht hebben heeft ons uitdrukkelijk gevraagd om geen foto’s te verspreiden (online, in kerkboekje, etc.). We plaatsen daar daarom geen foto’s van.